G. SCHRIJVER. - DE LICHTE LAST.
Een Christelijke roman.
Het lijkt een ongepaste ironie, een roman, zwaar als een halter, De lichte last te durven noemen. — Edoch, let aandachtiglijk op het motto uit Matth. 11.30, en de titel is ons verklaard. — Eerlijk gezegd... deze roman van den heer Schrijver heeft me veel te peinzen gegeven. Zoo diepzinnige arbeid?... Och, gelijk men het noemen wil. Al maakt ge van uw fijn-zinnigst gekozen woorden een weegschaal, ge zegt toch der dingen diepsten aard niet. — Dit boek heeft vele, o zeer vele en ernstige gebreken, maar een zeer groote hoofddeugd... het werd doorleefd. Het werd psychologisch als kunstenaar en als geloovige doorlééfd. Daarom is het atmospherische, het menschelijk-bewegende en levende in dezen christelijken roman zoo zeer te prijzen. — Er lijkt vaak een roerend-eenvoudige, mensche-lijke innigheid in uitgesproken die tranen de oogen indrijft. — Er is naar den achtergrond aller mensche-lijke dingen gestaard door een vrome ziel die zich niet optooyde in religieuzen cier van woorden, noch zich zelf verduizelde in catagoriaal denken en theologische spitsvondigheden. — De heer Schrijver wou geven, een zeer grooten gezinsroman, en daarmee de levenssynthese van verschillende familiegroepen. En, — het moge een oogenblik vreemd klinken, — de synthese mislukte geheel, terwijl toch de familiegroepen voor ons leven. Doch niét in samenhang en door een hoogere ordening en schikking van een groot romanbouwer, bijeengebracht.
We krijgen het gezin van den ouden Jan Brandt,