stenaars zullen rillen voor deze adem-benemende en wurgende spheer van roof en sluipmoord. Alweer, als gij een kuier over den Zeedijk maakt, in den avond, zelfs laat in den nacht, en gij ziet de danshuizen vol joelende en gillende meiden, (géén valsche blanke-slavinnen-tragiek) die beschonken varensvolk naar hun kroegen en sloppen in de duistere zijgangen lokken, en ge hoort het schril tegen-elkaar-in-jammeren van piano's, harmonica's, fluiten en occarina, en ge bemerkt hoe allerlei opgedirkte vrouwspersonen de bezoekers omringen en hen iets afbedelen, dan hebt ge nog niets anders gezien dan de uiterlijke omgeving. Doch van dit visueele zult gij eigenlijk pas het gevaarlijke en verborgene beseffen, als ge de ménschen leert kennen.
Donker-Amsterdam concentreert zich volstrekt niet alleen op den Zeedijk, in de Heintje Hoek-steeg of Oude Zijds Armsteeg, doch is verspreid over geheel oud Amsterdam! De Achter- en Voorburgwallen, het Spui, de Prins-Hendrikkade, het gedeelte bij de Sint-Olofspoort, de stegen op den Nieuwendijk enz. bergen evenveel en meer roof-holen dan de allerberuchtste buurt. Doch de Zeedijk heeft een geheel eigen atmospheer. Bij het Kolkje is alles van een somber-pittoreske pracht. Over de Oude Zijds Armsteeg hangen schaduwen van den dood, en grenzelooze wanhoop knaagt
80