in het grootste avontuur rondzwalken.
Vaak moéten zij koopen om er niet uit te raken, en wat zij koopen is dikwijls zoo duur, dat zij vooruit weten verlies te zullen boeken.
Het is verschrikkelijk om aan te zien, hoe deze zwoegers vanaf vier uur of halfvijf in den morgen op de been, soms tot in den laten middag aan het schreeuwen blijven om hun waar kwijt te raken. Dan gaan zij in de gauwigheid een paar uur rusten, in een zucht en een vloek een hap eten, om dan weer vóór den nacht zich gereed te maken. Hun verdienste is meestal schamel en zeer wisselvallig. Natuurlijk schieten zij weieens in, doch dan moeten zij zich met nieuwe credieten zien te redden. Het gebeurt ook wel dat zij zelf door de stad gaan venten, en lang niet altijd met overgeschoten waar die zij op de Lindengracht niet konden verkoopen.
Het is een hard, wreed-ruw en armelijk bedrijf, dat nochtans met groote ambitie wordt beoefend.
De garnalen vrouwtjes, die vroeger vóór hun woningen zaten te pellen aan hun stalletjes, zijn er zoo goed als niet meer in de Jordaan, en ook de bekende bak-stalletjes, waar gebakken visch gekocht werd, zijn schier geheel verdwenen. Er zijn in de gansche Jordaan, met name in de Willemstraat, nog slechts twee of drie bakstalletjes. Vroeger kon men reeds
71