kruisen: de humor, de ongebreidelde romantiek en de nijpende realiteit, de armoede, de dagelijk-sche grauwe strijd om het bestaan. Ongetwijfeld, de schoonheidsontroering wordt bevredigd door dit grandiooze stadsdeel. Gij kunt een ganschen dag door de Jordaan zwerven en opgenomen worden in die oude stadspracht. Gij ervaart telkens, hoe groot Amsterdam was en, in zekeren zin, nog is. Wij beseffen ieder oogenblik waarom Rembrandt Amsterdam zoo mateloos heeft liefgehad. De stemmingen op de grachten zijn honderderlei, 's morgens, 's middags, 's avonds, 's nachts, telkens anders en aangrijpender; dan vroolijk, dan hel, dan jubelend, met den prachtigen Westertoren boven alles uit; dan droef, dan onvergelijkelijk somber, dan grauw en vol van groo-testads-weemoed. Gij ziet er honderden schilderijen, stadsgezichten van een heerlijke toon-too-verij; ge ziet sluizen, oude huizen, gevels en geveltjes, in hun eigenste leven. En zooals de gewelfde bruggen, de zonderling-kronkelende grachtjes, de uitheemsche hofjes en poortjes, de donkerste kelders en pakhuizen zich aan u ver-toonen in een oude schoonheid, wanneer licht en atmospheer er omheen goochelen, zoo ziet gij ook de menschen. Waar gij de buurt ook bekijkt, overal is deze schilderachtige pracht. Ik heb op zoele voorj aars-avonden al de wijken doorzwor-
26