degelijke en nette en beschaafde standing maakt harken van al onze kerels. Gelukkig dat we tennissen, roeien, voetballen, schermen, biljarten, boksen, zwemmen, zeilen enz. enz. Gelukkig dat we even weer in het oude licht opglanzen van de Olympia in Elis. De heiligheid der Oud-Olympische spelen moet ons weer doordringen. Er is veel verband tusschen lichamelijken en geestelijken arbeid. De tempel te Olympia zou zonder de Olympische feesten geen enkele lamp hebben doen uitschijnen. De oude Grieken, verzot op optochten en stralende feestelijkheden, verzot op hun wedloopen, hun worstelen, hun vuistgevechten, hun schijfwerpen, hun wagenrennen, waren er niet minder aesthetisch om. De grootste dichter kon voor het Olympische trompetgeschal, huiveren van genot. Het aanstormen der paarden bracht verrukking over een gansche natie. En het joelen en jubelen eener opgewonden menigte, deed aan alle kanten levensgeestdrift ontbranden. Tenslotte is in ons tegenwoordig volksleven voor al de vormen en uiterlijkheden van sport, niet de geringste verflauwing merkbaar. Er zijn ontaardingstoestanden, idiote overdrevenheden; er is misselijke verafgoding van krachtpatserijen en een sportwaanzin die zelfs de Olympische idealen der Grieken tot een caricatuur maakt. Doch physiologisch-gezond op
119