9 2 IS. QUERIDO: NAPOLEON
naakbare heerschzuchtige en heerscher leek mij altijd een romanticus van het zuiverste gehalte. Met al zijn wiskunde, zijn landkaarten, zijn krijgsgerucht, zijn nuchter-snijdende mensch-psychologie, is hij gegrepen door het grootsche, siddert en huivert hij voor edelmoedige daden en menschelijke liefde. Dit beweren zou ik onweerlegbaar kunnen waarmaken door een ontleding van zijn geschrift, dienende als antwoord op de prijsvraag van de Lyonsche academie: ,,Déterminer les vérités et les sentiments qu'il importe le plus d'inculquer aux hommes pour leur bonheur."
Ik heb nog nimmer een zuiver-psychologische ontleding, juist van dit allermerkwaardigst jeugdgeschrift van Napoleon, gelezen. Er is een romantische Faust-wroeging in den lateren keizer als hij dit Discours hervindt. Zelfs Stendhal, de karakter-doorgronder bij uitnemendheid, verzuimde in zijn fragment-boek, op den jongen, stouten gedachten-omwoeler een operatie te doen. Brandde hij zich aan den gloed der vuur-zee? Lanfrey in zijn groot werk over Napoleon waagde het althans te omschrijven van zijn standpunt uit.... doch zijn standpunt lijkt me onnoozel. „D'après la fa<;on dont il traita ce sujet, et malgré 1'enthousiasme qu'il y dépensa, il est permis de conclure qu'il n'avait aucune vocation pour le métier de mo-raliste."
Zoo spot lichtelijk Lanfrey (Tome premier, His-toire de Napoléon I, pag. 20). En toch, juist de woeste levendigheid van dit Discours is zoo zeer onthullend voor vele verborgen gehouden en gesmoorde gevoelens van Napoleon, tegelijkertijd schender en bezinger van menschelijke vrijheid. Hebt ge ooit een vurig dweper met de onstuimige en meesleepende lyriek van Rousseau, Nietzschiaanscher grondstellingen hooren verkondigen en wilder duikelingen 2 ien doen over alle moraal-heggen en -hindernissen heen? Met dorpelingen-inzichten, eeuwen ten achter in de kennis der ethische