Het Jodendom gedurende de tweede helft der middeleeuwen. (1040—1492).
XXXI. Samuel Ibn Nagdcla (1000—1055).Hebben wij gezien, hoe in de tiende eeuw het Spaansche Jodendom onder leiding van Chasdai een gulden tijdperk beleefde, ook in de elfde eeuw maken wij kennis met een man, die door zijn schitterende eigenschappen veel tot verheffing van zijn volk en godsdienst heeft bijgedragen. Het was Samuel Ibn Nagdela. Geboren te Cordova, had hij in zijn jeugd het Talmudonderricht van R. Chanog gevolgd, terwijl hij zich ook op de taalwetenschap toelegde. Wegens den reeds vroeger vermelden Arabischen burgeroorlog vluchtte hij uit zijn geboortestad en vestigde zich te Malaga. Hier dreef hij handel in specerijen en bewoonde een huisje, dat juist aan het paleis van den eersten minister grensde. Toevallig bemerkte deze eens, dat zijn buurman een schoone hand schreef en een sierlijken stijl bezat. Hij ontbood hem bij zich en vond zooveel behagen in den geleerden marskramer, dat hij hem tot zijn geheimschrijver aanstelde. Eenigen tijd hierna werd de minister ernstig ziek en dit smartte den koning zeer, want zijn minister had hem altijd met wijzen raad bijgestaan. Aan het ziekbed van den trouwen dienaar beklaagde de koning zich nu, dat hij voortaan diens hulp zou moeten missen. Hierop raadde de minister zijn vorst aan, Samuel Ibn Nagdela tot zijn opvolger te benoemen, daar deze hem dikwijls met
Staal, Geschiedenis der Joden 6