Israël onder de volkeren

34

nu van Israël, wat van de Thora worden? Zonder tempel, zonder altaar zullen wij ondergaan!” Doch de grijze Meester stond op en sprak: ״Vreest niet, dat, nu tempel en altaar vernietigd zijn, ook Israël zal verdwijnen. Israël en de Thora bestaan eeuwig, zooals God ons dit zoo dikwijls verzekerd heeft. Laten we ons slechts ijverig toeleggen op de studie en de vervulling der H. Leer en in plaats van de tempeloffers onze offers brengen voor onze hulpbehoevende medemenschen, dan zal God Zich eenmaal weder over ons ontfermen en Zijn heiligdom herstellen.” Zoo bemoedigde R. Jochanan zijn leer-lingen en met hen geheel Israël. Hij stichtte in Jabne een Sanhedrin en nam zelf het voorzitterschap waar. Met ver-dubbelden ijver zetten de geleerden zich nu aan de beoefening der Schriftelijke Thora (מלרא) en der Mondelinge Leer (משנה).

Nu de tempel verwoest was en Israël zich over de geheele wereld ging verspreiden, was het noodig, dat de bepalingen der Mondelinge wet, die de Schriftelqke Wet aanvullen en sinds de Wetgeving op Sinai van geslacht tot geslacht mon-deling overgeleverd waren, nauwkeurig vastgesteld werden. Reeds tijdens het bestaan van den tweeden tempel hadden de geleerden zich hiermede beziggehouden; na de verwoesting evenwel bereikte deze studie haar hoogtepunt. Zoo vond Israël in de beoefening der Thora en de waarneming harer geboden het middel, om, in alle landen verspreid, toch één geheel te blijven. De geleerden, die zich aan de bestudeering en vast-stelling der Mondelinge Leer wijdden, worden Tannaïm, leeraren, genoemd.

R. Jochanan stond 10 jaar aan het hoofd van het Jabnische Sanhedrin en stierf in den ouderdom van 120 jaar.

R. Gamliël II (80—117). De opvolger van R. Jochanan als hoofd van het Sanhedrin of Patriarch was Gamliël II, een nakomeling van Hillel. In dien tijd hadden de Joden veel