Israël onder de volkeren

18

deze gehuwd was met Salome, de zuster van den Phariseër Simon ben Setach, was hjj toch Tsaduceïsch gezind. Jannai was zeer eerzuchtig en ondernam vele krijgstochten. In dien tus-schentjjd zorgde Simon ben Setach met behulp der koningin, dat de Tsaduceërs uit het Sanhedrin ontslag namen; in hun plaats werden Phariseërs benoemd. Dit was evenwel niet naar den zin van den koning, die gaarne eens van zijn Tsaduceïscbe gevoelens blijk wilde geven. Hiertoe vond hij gelegenheid op het Loofhuttenfeest. Volgens een voorschrift der Mondelinge Wet moest de Hoogepriester dan een schaal water op het altaar uitgieten. In plaats dat Jannai nu het oude gebruik volgde, stortte hij het water ter aarde. Toen het volk nu zag, dat de koning geheel tot de Tsaduceërs was overgegaan, ontstond er een algemeene verbittering. Onder het uiten van beleedigende kreten wierpen zij hem met de cederappels, die ze in de hand hadden. Maar Jannai was op alles voorbereid; hq liet door zijn huurtroepen, die hij had opgesteld, op het volk inhouwen en er vielen 6000 man. Nu braken overal in het land oproeren uit, die door Jannai wel met strengheid onderdrukt werden, maar hierdoor werd de haat tusschen volk en vorst al grooter en grooter. De Phariseërs riepen zelfs de hulp in van den Syrischen koning. Deze deed dan ook een inval in het land en versloeg Jannai. Uit medelijden sloten zich toen weer vele Phariseërs bq hun vorst aan. Jannai beging echter de snoodheid, 800 Phariseïsche familiën, die zich niet met hem wilden ver-zoenen, geheel uit te moorden. Nu was de breuk tusschen den koning en de Phariseërs onherstelbaar. In grooten getale vluchtten zq naar Egypte en onder hen was de geleerde Juda ben Tabbai. Pas op zijn sterfbed voelde Jannai berouw over zjjn daden; hq benoemde zijn vrouw Salome tot opvolgster, gaf haar den raad, zich met de Phariseërs te verzoenen en zich vooral in acht te nemen voor valsche vrienden. Hij liet twee zonen na: Hyrkanus II en Aristobulus II.