163
gebeurtenis plaats, die voor de Joden de oorzaak van groote ellende werd. Op zekeren dag waren in deze stad een pater en zijn bediende spoorloos verdwenen. Het duurde niet lang, of de monniken beschuldigden de Joden, dat zij de beide vermisten gedood hadden, om hun bloed op het Pesachfeest te gebruiken. Een Joodsch barbier wist men door ontzettende folteringen een bekentenis af te persen; hierop werden een aantal van de aanzienlgkste Joden gevangen genomen en zoo gemarteld, dat drie hunner bezweken. Joodsche kinderen wierp men in den kerker, waar meer dan honderd den hongerdood stierven. De Fransche consul. Ratti Menton, zag deze gruwelen kalm aan, terwijl de onschuldige gevangenen iederen dag in radeloosheid de voltrekking van hun doodvonnis verwachtten. Gelukkig werd door het optreden van twee edele menschen-vrienden, Mozes Montefiore en Adolphe Cremieux, het gevaar afgewend en werden de gevangenen in vrijheid gesteld. נ) Afrika. In de onbeschaafde landen van N. Afrika liet de toestand der Joden langen tijd veel te wenschen over. In Marokko werden zjj vaak door de Mohammedaansche inboor-lingen mishandeld ]); nog in 1912 heerschte in de Mellah of Jodenwijk te Fez drie dagen moord en plundering. Tunis, waar de Joden veel door de dweepzucht der Mohammedanen hadden te lijden, wordt sinds 1881 door Frankrijk bestuurd en sinds dien tijd genieten zij rust en vrede; in Algiers, dat aan Frankrijk behoort en waar zij in 1870 het burgerrecht verkregen 1). leven zjj in voorspoed. In Abyssinië woont een merkwaardige Joodsche volksstam, de Falasja’s. Jaren en jaren leefden deze lieden, door de Joodsche gemeenschap niet opgemerkt, in onkunde en armoede voort. Ijverige Christelijke zendelingen poogden hen met alle middelen tot het Christen-dom te brengen, totdat ten slotte de Europeesche Joden hun
') Zie hierover ook het volgende hoofdstuk.