22 ERETS ISRAËL
Aan de Damascus-poort nam ik afscheid van mijn geleider en van mijn mooien sterken ezel, een waardig representant van het Syrische ezelenras, en die geheel overeenkomstig zijn waardigheid met Oostersche pracht was opgetuigd.
Voor den bezoeker, die in Jeruzalem zich de vervlogen tijden voor den geest haalt, is daar veel dat hem zal teleurstellen. Op het groote tempel-plein, daar waar eens de Tempel stond, zijn nu de Mohammedaansche heilige plaatsen, de Aksa moskee en de moskee van Omar. Binnenin is de rots, waar Abraham zijn zoon Izak wilde offeren, en onder het tempelplein zijn de groote gewelven, die men de stallen van Salomo noemt. Daar zijn verder in en om Jeruzalem al die plaatsen, die Jeruzalem tot een heilige stad stempelen en wanneer ik omtrent al die plaatsen hier en verder door Palestina meestal niet in bijzonderheden treed, laat ik dat zeker niet na uit gebrek aan belangstelling. Want voor eiken Jood is het Bijbelsche Palestina nationaal eigendom. Maar over dat Bijbelsche Palestina is reeds zooveel medegedeeld door meer bevoegden, dat ik mij op dat terrein niet durf begeven.
Intusschen moet mij de opmerking van ’t hart, dat Jeruzalem’s heiligheid ook Jeruzalem’s verval met zich brengt. De heilige plaatsen worden als bronnen van inkomsten geëxploiteerd, de liefde voor het Heilige land is een artikel geworden van speculatie, er is handel in