HET JOODSCHE LAND. 9
bepakt; hij draagt den inboedel van een familie, die een nieuwe woning gaat betrekken.
Jaffa is een stad met 50.000 inwoners, waarvan een zesde gedeelte Joden; de meesten zijn arm en kunnen nauwelijks den kost verdienen. Het Joodsche ziekenhuis bevat slechts twintig bedden en de middelen ontbreken om het te vergrooten. Toch is daaraan dringend behoefte, waar de Joodsche bevolking in de laatste jaren meer dan verdubbeld is. Er komen vaak zieken uit de Joodsche kolonies, en vooral immigranten die de vroeger niet in Palestina voorkomende tuberculose er gebracht hebben.
Van Jaffa uit maakte ik eenige uitstapjes in den omtrek. Eerst bezocht ik de nabijgelegen landbouwschool van de Alliance Israëlite Universelle, gevestigd op een prachtig landgoed van 250 H.A. groot, dat, naar ik hoorde, goed beheerd wordt. Reeds uit de verte ziet men de hooge Eucalyptusboomen, Sadjar el Jahud (de Joodsche boomen), zooals de Arabieren ze noemen, omdat ze het eerst door de Joden hierheen gebracht werden. Er zijn mooie, uitgestrekte akkers en tuinen, waar de Joodsche jongens aan ’t werk waren. Jammer dat er niet ook meisjes worden opgeleid; met de zuivelbereiding zouden bij voorbeeld heel wat vrouwen in Palestina een bestaan kunnen vinden.
Er is bij de landbouwschool een groote wijnkelder; ik hoorde dat de jongens die op het land werken iederen dag een beker wijn krijgen.