24
„Op z’n negersch en z’n Argentijnsch...”
„Bravo ... vraag dat nu hem eens..en tot mij: „Right, ken jij tangoën?...”
„Nee... ik ben uit principe...”
„Hou je mond maar, — ik weet al wat je wil zeggen, .voor je je mond opendoet... Hij kan het natuurlijk niet... En dèt wou succès hebben... Beste man, als je tangoot met de dochter of nog liever met de vrouw van een criticus, goed tangoot, ben je voor levenslang zeker dat „hij” wel door haar of door haar beiden bewerkt zal worden, dat hij je werken subliem vindt. Werkelijke vrouwen schrijven geen critieken op kunst in kranten. Die hebben een man, kinderen en een oude moeder of ouden vader te verzorgen of gaan naar de volkskeukens om de kinderen van de armen te voeden. Alleen een bepaalde categorie vrouwen schrijven critiek. Zij hebben, als die anderen, die meer uitgetogen dan ingetogen leven, de behoefte om haar geestelijke kuiten, enkels, armen, schouders, décolleté... etcetera, etcetera te laten zien. Dus je pakt ze in haar zwak, Bill Henderson, wordt op sprong op haar verliefd en zoekt naar een gelegenheid om ze te betangoën. Nu komen wij aan het tweede gedeelte ... de actrices. Als je je stukken gespeeld wil hebben, moet je door een slaapkamer gaan... Zie je daar tegen op Henderson?”