21
„O, niet in het minst, mijnheer Ritchie” zei Bill met overtuiging.
„Uitnemend. Denk maar, het zijn ijdele gekken en behandel een gek naar zijn aard. De spreuken van koning Salomo blijven eeuwig waar... Goed nu ... maar nu komen wij aan de vrouwen. De waarde mannelijke collega’s hier van mijnheer John Right, zijn door de bank verliefd op zichzelf. Je vangt ze dus in hun eigen ijdelheid. Dat is niet het moeielijkste. De vrouwelijke collega’s hier van mijnheer Right dat is andere koffie. Niewaar mijnheer Right... ?”
1 „Hoe meent u?”
„Wel... hoeveel amourettes heeft u nu bijvoorbeeld met uw vrouwelijke collega’s en de dames-critici gehad?”
„Ik?” De hemel beware mij...”
„Kuische Jozef... je waart te leelijk, wil je zeggen...”
„Integendeel!”
„Wat integendeel...? Kijkt u eens even in dien spiegel en dan naar den heer Bill Henderson...”
„Ik meen... zij waren mij te leelijk...”