11
een nieuwe klucht kennis te maken met niemand minder dan de heer Billie Ritchie, alom bekend in en buiten Amerika.
„Ben jij de neger?” vroeg hij, mij onderzoekend aanziende.
„Ja mijnheer.”
„Waarom heb je je dan bruin geschminkt? Dat is voor het opneemtoestel overbodig, ’t Zal maar verkeerde glansplekken geven. Wasch je dus dadelijk af, maar zorg dat je één wang, je rechterwang eerst wit en daarna dan bruin schminkt. Want als ik je straks een formidabele klap op je negertronie geef, moet je verbleeken van de pijn... het publiek lacht nooit meer dan wanneer het een neger wit ziet worden van pijn.”
„Mijnheer, de zaak is al gezond. Ik ben een blanke..”
„En u komt u hier als neger-portier verhuren?..”
Billie keek mij onderzoekend aan. Hij scheen medelijden te hebben en vroeg:
„Hoe kom je zoo aan lager wal?... Iets op je geweten ?,.. Een misdaad begaan... Zeg mij maar alles... ik ben iemand, die alle omstandigheden des levens begrijpen kan èn vergeven... Maar wees eerlijk..”
„Eén misdaad?... Ik heb er vijf-en-twintig begaan..”
„Bravo... dan zullen wij je een plaats in ’t gezelschap geven voor de misdaad-scènes ... Wat waren