Gij zult niet dooden!

22

en uwe vrouw, elk naar eigen plicht en roeping, wijden u aan den opbouw van het nieuwe geslacht. Gij geeft de heilige schat van het levende leven door. Werkend en zorgend, voelt gij u rijpen. Gij leert de schoonheid beseffen van het gevoel der verantwoordelijkheid, het gevoel der zorg en der voorzorg, het gevoel van den plicht jegens God, mensch en menschenmaatschappij, drie-eenheid naar wezen en verschijning.

O, het rijke, volle, bloeiende leven. De schoonheid en de liefde rondom in het tijdelijke, met dat krachtgevende besef van de eeuwigheid dier schoonheid en liefde in het verschiet.

Houdt dit leven vast en weet, dat het uw heilige schat is. Werpt ze van u, werpt ze uit u, de ellendigen, die u willen opdringen, dat er schoonheid kan zijn in moord-vernuft en moordgeweld.

Laf is niet, wie het leven tracht te behouden, maar een lafaard is elkeen, die zijn leven in de waagschaal stelt, die zijn leven verkoopt. Gij zult niet dooden. Het is u gezegd, door de stem Gods zelve.

Jongelingen, dit alles kunt gij genieten van het leven. Laat u ook niet opdringen, dat de oorlog noodzakelijk is. Gij hebt het nog kortelings gezien, dat één enkele oproep voldoende was om in ons klein landje met nauwelijks een half millioen menschen van fortuin, vierhonderd millioen gulden bijeen te brengen, vierhonderd millioen gulden voor overbodig, vuilaardig krijgsbedrijf. En dan zouden er niet vier maal vierhonderd millioen bijeen te brengen zijn voor noodzakelijk en verheven vredes-bedrijf ?