houder te blijven, zou hij zijn gezondheid kunnen bewaren — een raad niet zonder humor aan iemand, die door den alcohol genezen, ja van een zekeren dood door verhongering, gered was!
En zoo genoot prof. Leyden van den heerlijken zomerdag in den tuin van het ziekenhuis, rondom omgeven door de vele genezende patiënten, die hij van een wissen dood had kunnen en mogen redden.
Het was een volkomen geluk, dat de leek niet geaarzeld zou hebben, zaligheid te noemen, een zaligheid zelfs niet verduisterd door het besef van een artikel, gepubliceerd in het Weekblad voor het Recht, waarin op zuiver juridische gronden werd betoogd, dat „overschrijding van het verbod nopens den leeftijdsgrens ten aanzien van en met betrekking tot het uitoefenen eener functie, eener bediening of eens ambts, hetwelk aan een leeftijdsgrens gebonden, jure niet kan overschreden worden, ook niet door middelen, welke de wetgever niet heeft kunnen voorzien, als de daarstelling eener wetsovertreding naar den vorm, behoort vervolgd en gestraft te worden."