21
schap. De aanwezige jongeren, de aspirant-medici waarvan gehoopt werd, dat enkelen het eens tot medicus zouden brengen, met hun gewoon gebrek aan flair en genie om een goede diagnose te stellen (waarvoor èn flair èn genie gevoegd bij goed geluk noodig zijn) schreven deze vroolijkheid van den ouden heer op de operatie-tafel toe aan zijn verwachting, dat hij na de operatie, als een van henzelf, zich weder aan de velerlei vermaken van de jongelingschap zou kunnen overgeven. Waarbij de professor dan het voordeel zou hebben, niet op vaders, ooms of tantes kas, ja zelfs op moeders huishoudgeld te moeten teren, doch voorzien te zijn van een pro-fessors-honorarium, benevens een in den loop der jaren door de gegoede patiënten vereerd niet onaanzienlijk kapitaal. Hoe weinig doorzien lichtzinnige studiosi het hart eens waardigen voorgangers, zelfs op het oogenblik dat hij zich op de operatie-tafel neerlegt, ten einde door een kunstbewerking zijn zilveren haren te doen veranderen in de kastanjebruine lokken des jongelings. Verre er van, dat prof. Leyden in deze oogenblikken dacht aan toekomstige jongelings-liefdesavonturen, hoewel prof. Leyden sedert decennia weduwnaar was, gingen al de gedachten van den eerwaardigen bijnazeventigjarigen geleerde slechts naar één doel — den dienst der wetenschap tot heil der lijdende menschheid. Onbevreesd voor den dood na een leven, vervuld van studie, arbeid en menschlievendheid, niet in het