III.
Toen prof. Leyden zich aan de operatie onderwierp, was hij met het vaste plan bezield geweest, voor zoover het maar eenigszins ging, te onderzoeken welke de verschijnselen en bij-verschijnselen van de narcose zijn. Hij had in zijn praktijk reeds hon-derde malen de patiënten na hun herstel omtrent de indrukken, welke zij bij, tijdens en na de narcose hadden opgedaan, ondervraagd. Hoewel hij zoo in het bezit van een groot aantal voor de wetenschappelijke behandeling van het narcose-vraagstuk belangrijke mededeelingen was gekomen, toch had hij het ware studie-materiaal niet verworven. De patiënten waren doorgaans te veel onder den indruk van de gebeurtenis, te bevreesd voor een, altijd mogelijken, dood tijdens of dadelijk na de operatie onder narcose, dan dat zij zich voldoende nuchter rekenschap van 't geen met hen gebeurde, konden geven. Daarom voelde prof. Leyden, toen hij nu eindelijk zelf zich op de operatie-tafel uitstrekte en „onder de kap" zou gebracht worden, een zekere blijmoedige voldoening om niet te zeggen, blijd-