64
SWANHILDE.
Geen ridder meer ?
HIDALGO.
Neen. ... ik heb mijn zwaard en mijn blazoen. . . . verkocht.
SWANHILDE.
Verkocht ? Waarom ?
HIDALGO.
Om snoeren parels te koopen voor uwe zwarte haren. SWANHILDE.
Ik wil uwe parels niet meer____daar zijn ze terug____
(Werpt ze hem toe.)
HIDALGO.
Waarom niet?
SWANHILDE.
Ik wil alleen parels van een ridder hebben. ... en een kasteel van een ridder en een stal met paarden en koetsen van een ridder, en een pendeloque van parels en robijnen om onder het kuiltje van mijn hals te hangen van een ridder.
HIDALGO.
Ik wil dwalen in het bosch van uwe zwarte haren. SWANHILDE.
Ik wil een ridder met een wapenspreuk.
HIDALGO.
Een spreuk. ... die heb ik. . . . hier staat ze, op den ledigen geldzak! (toont den zak).
SWANHILDE.
Is dat voortaan uw devies?
HIDALGO.
Ja, dat is mijn devies voortaan.