43
(Samen zingend).
CLASINA.
Hij komt van ver getogen,
En draagt een groot verdriet, De tranen van zijn oogen, Zijn bronnen voor zijn lied.
(Beiden af).
PIERLALA.
Ik kom van ver getogen,
En draag een groot verdriet, De tranen van mijn oogen, Zijn bronnen voor mijn lied.
DERDE TOONEEL.
JAN KLAASSEN, BERLINO.
JAN KLAASSEN.
Goed, wij zullen ’t als een eerlijke handelszaak beschouwen. Laat zien. Ik heb de waar. Mijn dochter. Het is een puike waar, goed in ’t vleesch, stevig van vormen en geschikt om een man gelukkig te maken. Zij is gehoorzaam, huiselijk, zedelijk en gewend om de tweede plaats in te nemen. Ik wil van de waar af en jij wil van het geld af. Wat biedt je ?
BERLINO.
Een verzekerd bestaan.
JAN KLAASSEN.
Te weinig.
BERLINO.
Kleeren, juweelen, een landhuis, een auto en een levensverzekering.
JAN KLAASSEN.
Te weinig.
BERLINO.
Een lijfrente voor mijn schoonmoeder en een subsidie voor het theater van mijn schoonvader.
JAN KLAASSEN.
Te weinig.
BERLINO.
Ik zal lid van de Kamer worden, een ridderorde koopen, een adellijken naam met een blazoen en haar aan ’t Hof doen ontvangen.