37
GULDENMOND (stijgend, maar zich latend stilhouden tot evenwicht).
En nu stijg ik weer .... halt .... ’k zie zijn gezicht, Houdt beiden ons nu zoo .... dat’s evenwicht.... RIJKLOF.
En ’t evenwicht is ’t allermooiste, zie ... .
Noch hoog, noch laag . . . . ’t best is de harmonie____
AROSINE.
Neen, dalen, rijzen, rijzen, dalen, gauw
Dat’s leven dans .... kom, brengt ons elk een touw.
(De vrijers brengen springtouwen.) RIJKLOF.
Ja, dalen, rijzen, schomm’len wippen, dans,
En alles in de maat .... dat doen wij thans.
(Springtouwdans).
GULDENMOND.
Zie, zie, de kar van Thespis, kind’ren komt,
Dat is eerst aardig .... moeder, zie toch hier,
Dat noem ik nu eerst recht bruiloft’s pleizier!
(Zij tikt tegen den wagen. Jan Klaassen komt naar voren).
VORIGEN. JAN KLAASSEN.
JAN KLAASSEN.
Gegroet, vroolijk gezelschap, door een vroolijk man. AMIANTE.
Gegroet, mijn vrienden, welkom op mijn goed,
Men sprak, Jan Klaas, mij veel goeds van uw troupe. ’k Bied U gastvrijheid aan, verzorging, goud,
Wanneer gij thans uw goeden naam ophoudt.
JAN KLAASSEN.
Wat dat aangaande is, edele vrouwe, onze naam is beter dan onze reputatie, onze reputatie beter dan onze faam, onze faam beter dan onze kunst en ’t beste van alles is