Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



89

Met een prinses van d’eigen rang, het heil Des staats, zegt zij, ga voor des harten wensch.

Eerst zij een prins een vorst en dan een mensch.

SCHOPPENHEER

Ik ben met Ruitenvrouwe voor den koning.

RUITENHEER

Vervloekt — en ik houd het met Schoppenvrouw RUITEN VROUW

Ik wensch niet man, dat jij ’t met andren houdt,

Dat heeft mij al zoolang 'k je ken, berouwd 1

SCHOPPENVROUW

’k Geef Ruitenheer gelijk, de koning leve!

SCHOPPENHEER

(zijn vrouw slaande)

Ik zeg jou wijf, je zult hier niet zoo schreeuwen 1

RUITENHEER

(weer met het zwaard op Schoppen heer indringend)

Dat is geen edelman, die vrouwen slaat.

SCHOPPENHEER

(zich met het zwaard verdedigend) Dat is geen edelman, die 't hart versmaadt.

SCHOPPENVROUW

(tot Ruitenvrouw)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.