Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



57

Thessaliens burgers hebben recht op beiden.

En morgen voer ik Vlies en zonen mee.

MEDEA

Ik ga mijn koning, uwe prinsken’s wekken,

Die in den eersten sluimer wellicht droomen,

Maar nooit zoo schoon, als nu is werklijkheid.

(Medea af)

CREON

Creusa, draalt gij? Vul de bekers, dochter,

Wat droomt ge meisje, en staat in gepeinzen?

CREUSA

Ik droom niet vader, maar ik bid en dank,

Want ziet, dees’ morgen brachten wij den god,

Die in den kleinen tempel staat, een krans.

Jason en ik — en ziet, reeds nu verhoort Hij al mijn beden . ..

(zij schenkt Jason in)

JASON (nadat hij gedronken heeft)

En wat mijn duifke hebt gij wel gebeden?

(tot de gasten)

Weet, dat ’k in Eros tempel met haar was,

Maar zoo onschuldig is de jonkvrouw, dat Ze angstig was voor ’t schot van ’t schalksche knaapje.

CREUSA

Verteldet gij mij niet, hij breekt de harten .. .

(de gasten lachen)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.