MEGYAS
Dat is het vraagstuk, wijze Athanas,
En wie ’t geloof verliest, verliest zich zelf, En zonder zelf wil zeggen, zonder wezen, En zonder eer en zonder liefde....
ATHANAS
Wee!
MEGYAS
Gij krijt....
ATHANAS
Wee ... wee over het Griekenvolk, Wee over deze heele menschenwereld,
Als mieren om haar hoop, deez’ aard bekruipend, Ik zeg u priester, er bestaan geen góden,
De góden zijn verzinsels van de ouden,
Niets is er in dit troosteloos heelal,
Dan ons ellendig menschverstand — een waan.
MEGYAS
En ware ’t waan, zij dan die waan ons waarheid.