Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



161

RUITENJONKHEER

Geloof haar niet, ik zweer u dure eeden.

Uw wenschen zullen altijd zijn mijn beden,

Bij ’t maanlicht, dat zijn blauwe stralen giet,

Of 'k leef voor u, of ik leef langer niet!

(Ze zijn opgestaan en gaan af)

Zesde Tooneel.

Schoppenjonkheer, Schoppenjonkvrouw.

SCHOPPENJONKVROUW

’k Zal doen als toefde ik toevallig hier,

Mijn moeder zei, de vrijer wordt te vuurger,

Al naar de vrijster toont zich ongeduur'ger,

’k Houd mij hier slapend, hij zal mij dan wekken,

Ik stoot hem af, om hem meer aan te trekken.

(Zij doet, alsof zij op de bank is ingeslape n)

SCHOPPENJONKHEER

Mijn meisje is de liefste van de meisjes,

De anderen zijn zoete, zachte sijsjes,

Zij vliegen uit zich zelf tam op de hand,

Maar Schoppenjonkvrouw .— zie, die is pikant,

’k Wacht al een uur — ach, mocht ik haar toch vinden! Hier was de afspraak, onder deze linde,

(Hij ontdekt haar)

Mijn smoddermuiltje, wachtend ingeslapen,

Hoe schoon, nu schauw van d’oogen, wimpers dekt, Een grillig lokje om het oortje trekt,

Zij slaapt — hoe rijst en daalt haar kuische boezem, Nu neigt ze ’t moede hoofdje naar terzij,

JJ

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.