Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Titel
Dramatische werken: Medea, De bron der jeugd, De gijzelaars

Jaar
1914

Overig
Verzameling van drie toneelwerken

Pagina's
340



135

Nog ’t onze gaan vermeerdren, neen mijnheer,

Wij mogen niet dat offer van u vragen.

CARTOLINA

Gij moogt uw heil niet voor het onze wagen.

MAGIËR

En als ik nu in uw heil 't mijne zoek,

U met des Magiërs toovermacht wil dienen,

U zeg, dat zelfs om uwentwille lijden,

Mij tot een groote zaligheid zal zijn.

Zult gij dan nog des grijsaards aanbod afslaan 7

BANCO

Wat zoo geboden wordt, mag niemand weigren.

CARTOLINA

En breng' ’t u smart, ik zal die smarten troosten, Als ware ik uw dochter, gij mijn vader.

MAGIËR

Mijn God, te zwaar is het ■— maar eer mijn tong Verlamme — dan dat ’k mijn gelofte breek,

(tot de gelieven)

Ik zegen u — ben beider bondgenoot,

Ik wil de smid zijn van uw beider heil,

Voor ik uit ’t verre rijk vertrok, gaf mij De meester van de Magiërs dees staf,

Hij heeft de wondre eigenschap, elkeen In droom te brengen en dan in dien droom,

Vindt men zijn allerin'gsten wensch vervuld,

’k Zal aan uw vaders hof elkeen hergeven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.