106
Wellicht was haar heer vader een plebejer,
Ik stel geboorte boven hart en goed,
Want alles is met sterken wil te krijgen,
Maar echten adel schenkt slechts vader Tijd.
KONING
Wat tijdszee scheidt, kan liefde overbruggen,
Des menschen adel zetelt in zijn hart 1
KONINGIN
Dat’s waar, maar eedle vruchten langzaam rijpen, En echte adel is zoo’n eedle vrucht,
Haar wasdom eischt een bloeitijd van veel eeuwen, Zij rijpt slechts na verloop van veel geslachten. Zoo adel zich vermengt met lager bloed,
Ruilt eeuwen schat zich voor verganklijk goed, Huwt Banco Cartolien, wat wordt het kind?
Het hoogre heil des staats eischt dat de troon, Bezet wordt door des hoogsten adels zoon.
KONING
En wie kan dan een oudren adel noemen,
Dan echte liefde, door God zelf geplant?
KONINGIN
Geen liefd’ is echt, die niet tot liefdespand,
’t Gelijke zoekt, het ongelijk teelt schand.
KONING
Door liefde wordt al ongelijk geëbd!
KONINGIN
Een bastaard op den troon, is adels hoon.