Kalverstraat

Titel
Kalverstraat

Jaar
1905

Pagina's
368



KALVERSTRAAT.

Hoofdstuk I.

Stil stond David de Leeuw tegen de deurpost van het winkelhuis geleund. Lang, mager, nervig, hoog op de bcenen. Onder zijn zware, donkere wenkbrauwen stonden de bruine oogen groot en peinzend.

«Mijnheer!» zei de knecht, smalle, onderworpen kop met ingedeukte wangen.

David hoorde hem niet. Hij bleef turen, strak de oogen gericht naar de schutting van het huis, schuin rechts aan de over zijde, waar een schilder in lange, witte jas op een blauwen ondergrond witte letters penseelde. Achter het hooge, wat wijkende voorhoofd, afgesloten door het ronde, zwarte hoofd kapje, wriemelden gedachten, angstplannen. Het was David als stond hij daar maar willoos en iets anders met een wil was bezig, achter zijn voorhoofd, aan het zoeken en het maken van plannen.

«Mijnheer, zou ik even mogen passeeren ? . .»

De knecht duwde zijn linkerarm, die een bruine, houten doos stijf omhoekte, even terzij van den patroon.

David schrikte op.

«Even de stang poetsen, mijnheer, ’t Is nu mooi droog.»

De knecht glipte langs den patroon en begon dadelijk de lange koperen stang, die liep langs de twee spiegelramen, welke tot bijna aan den grond reikten, met rood bruine pomade op een doekje, in te smeren.

David, de handen op den rug. het hoofd wat voorover, bleef kijken naar het werken van den knecht, die onder meester s oog ijverig deed.

Zijn oogen tuurden op het insmeren van ’t dofte koper, zijn hoofd leek mede te gaan met de wrijfdraaiingen van de hand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.