Kalverstraat

Titel
Kalverstraat

Jaar
1905

Pagina's
368



38

vijftigjarige zwerver, opeens het gevoel gekregen alsof daar dat kind, in dat steegjeswinkeltje, méér voor hem was, dan de geschilderde Sybilla. Toen hij den volgenden dag gekomen was. om de pui te schilderen, had hij zijn trouwring niet aan zijn vinger gehad en hij had haar niet over zijn Sybilla gesproken.

Hij had het kleine puitje geschilderd in melkwit marmer met fijne, zwarte aderen. Treesje had gekeken naar zijn hand, toen die met het stukje conté grillig door de natte verflaag sidderde.

En hij had dien blik gevoeld, die gestadige bewondering, en in elk adertje, dat hij door het marmer trok, lag een wereld van fantasiën.

Daarna had hij haar bij 't etaleeren geholpen. Neen, zij moest niet véél in de kast zetten. Dat was goed voor kramerijen, voor lintjes en strikjes. Maar de ziel van alle kunst was rustig geluk, was als het bloeien van een stamroos in het zonlicht. Hij had uit het winkeltje een zestal bloemvazen gekozen in zilvergrijze tinten. Die had hij op een zwart-fluweelen doek geschikt. In een paar vazen had hij losjesweg wat bloemen geplaatst. Toen, buitenstaande, had zij gezien hoe de witmarmeren puilijst de zes zilverige vazen op het zwart goed deed uitkomen. «Prachtig! Prachtig!» had, zij zich buigend van opgetogenheid uitgeroepen. En zij was weer het winkeltje binnengewipt en zij had een roos genomen en die aan Mantua gegeven, blozend, met een kloppend hart, ongerust over't geen zij deed. Mantua had toen haar hoofd tusschen zijn beide handen genomen, een beweging gemaakt alsof hij haar naar zijn borst wilde trekken, zijn mond getrokken om haar te kussen. Maar zij, nog half angstig om dat vreemde, even terugwijkend haar gelaat, dat heur haar drukte zijïg tegen de gespreide vingers, van Mantua, had zijn oogen gezien, zijn goedige, vaderlijk stralende oogen, en zijn mond vooruitstekend had Mantua gezegd: «Je bent een ke-sjiebes!»

Zij had het woord niet verstaan, maar zij had uit den toon opgemaakt, dat het iets zéér liefs moet geweest zijn.

«Wat deê die ouwe Jood met je?» had heur moeder gevraagd en in de oogen van het sloofje gisperte het domme wantrouwen.

«Niks moe.»

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.