HET GEHEIM VAN POLICHINELLE. 53
Asnazo.
Wat d’eene vult, de and’re giet weer uit!
Pera.
’k Geloof ik weet, wat of hun spel beduidt...
Voor deze ziekte wast er elders kruid.
Florguindus, Bella Cara.
Bella Cara.
0 zie, de maan komt door, mijn teerbeminde,
Hoe blank en zoet is ’t zilv’ren avondlicht.
Florguindus.
Ik geef al ’t feestelijk licht voor dezen schijn,
Zit bij mij neer. (Ze zitten kozend op den rand der put).
Zult eeuwig trouw gij zijn?
Bella Cara.
Zoo trouw als ’t maantje bij de aarde wacht,
Zoo trouw zij ’k u, mijn lief, bij dag en nacht.
Florguindus.
Maar dan des daags is uwe trouw onzichtbaar,
En elke wolk des nachts uw trouw verdoft.
Bella Cara.
De ware liefd’ straalt ongezien, geliefde.
Florguindus.
’k Geloof het graag,... maar dan, zeg mij indien,
Het maaneclips is ... hoe vind ’k dan.uw trouw?
Bella Cara.
Dan richt je maar een kijker op je vrouw 1 Florguindus.
Da’s flauw___
Bella Cara.
En wanneei hoor ik nu je vers? Florguindus.
Eén kus in maneschijn — en ’k rijm het je kersversch. Bella Cara.
Dan eerst het dicht.
Florguindus.
Druk hier dan je gezicht.
(haar aan de horst drukkend en reciteerend) Lieveke, laat ons koozen gaan,
In het zilv’ren licht van de maan,
Zoo teer, zoo zacht is dat blauwblanke licht,
Dat ik denk, eng’lenschijn schimt om je gezicht,
O, laten wij lieveke koozen gaan,