4 IIET GEHEIM VAN POLICHINELLE.
HET GEHEIM VAN POLICHINELLE.
Aan mijn vader Abraham Canter.
EERSTE BEDRIJF.
Op het stadsplein te Toledo. Een scheerderswinkel met een loggia. Een schrijversstandplaats.
Eerste Tooneel.
Barbero, Encanto.
Barbero.
(Hij komt met een geopend scheermes uit zijn winkel, zet het mes op een riem aan, die tegen de deurpost hangt bij eenige scheer stoelen).
Een oogenblik Encanto, waarde dichter,
’t Is binnen druk, elk wacht er op zijn beurt,
En mocht uw beurt na ’t wachten nog niet komen,
Vergeet den tijd dan dichter, in uw droomen.
Encanto.
Een barbier behoort niet in rijmen te spreken.
Barbero.
Waarom niet? 'k Acht mijn scheerdersambt verheven,
Ver boven 't ambacht eens publieken schrijvers,
Ik maak der menschen facie blank en glad,
Terwijl gij ’t blank papier met inkt bekladt.
Encanto.
Een barbier behoort niet in rijmen te spreken. Dit is een beleediging voor de mu?en, de dichtkunst, het rhythme en mijn oor. En- ware het dat slechts alleen. Maar het beleedigt iets dat ver daar boven staat-. Het beleedigt ons publiek. Bedenk, Barbero, het publiek wenscht alreeds niet uit onzen mond rhythmen en rijmen te hooren, wij die in rhythmen ter wereld komen, in rhythmen boven het leven uit, door het leven heen, over het leven verheven gaan tot in den dood.
Barbero.
Door den dood heen, over den dood verheven, boven den dood uit.
Encanto.
Ik wil zeggen, gij een barbier, zoudt willen rijmen en wij de onsterfelijke dichters, ons zou het verboden blijven, hoog te draven, op den wolkenblanken hengst, gerezen uit het roode bloed der stervende Medusa? Ons zou men blijven dwingen te voet te gaan, met musschenhipjes als prozaïsten voort te springen ? Ze verstaan heden ten dage alleen sjilp, sjilp ... Barbero.
Barbero.
Is dit wellicht een beleediging?