HET GEHEIM VAN POLICHINELLE. 2 5
VORIGEN, ENCANTO.
Encanto (lezend van een blad papier).
Aan Kadmus.
Mijn dierbare geliefde, keer toch weer,
Voelt gij dan niet hoe ik van wachten kwijn ?
Mijn oogen glanzen van weerhouden tranen,
En ’s avonds moegeweend, nog nauw gesloten,
Weer in den droom, opnieuw van krijten branden,
Des morgens schrijnen met omkringde randen,
Omdat gij Kadmus toeven blijft, mijn lief.
Liet ooit de arend van den horst gevlogen,
De arendin op ’t eenzaam nest verlangen,
En zocht het lam tot prooi voor zich alleen? ...
Heel goed, heel goed. Barbero, deze verzen zouden waard zijn gedrukt te worden en in zwijnsleer gebonden met gouden stempeldruk opgezet in ’s hertogs bibliotheek, instede van als rijmbrief voor een kinkel, een spulle-baas, een poppenkast-zigeuner te worden opgezonden. De grootste dichter van Toledo wordt in dienst gesteld van Jan Klaassen. (Hij leest voor zichzelf, dan plechtig) Barbero en Barberina, gedoog dat ik u het vervolg voorlees, want ik weet dat gij Barberina die de lokken vlecht in velerlei windingen, ze trest en spangt naar de strenge wetten van het zuivere rhythme en dat gij Barbero, die het lemmet streelend snijdt langs de edelste konen en kaken van Andalusië (hij strijkt langs zijn eigen kaken) mijn poëzij zult begrijpen. Want nu kom ik tot het schoonste deel... zij weende toen zij de granaatappel plukte... Dauw van tranen viel op de blaadjes, toen zij de rozen plukte...
Barberina (tot BarberoJ.
Hij weet het ook al...
Encanto.
Luister: (verder lezend)
Liep vroeger zingend ik langs ’t bloemendal,
En hingen dansend aan het juk in korven,
Granaten koperrood, ranksteel’ge rozen,
Tot lichte vrucht gestapeld aan mijn zijden,
Thans is mijn schred door ’t loome leed bezwaard,
De bloemen flensen, de granaten schromplen,
Terwijl ik neerzit, wachtende op u,
Waar toeft gij, teerbeminde Kadmus, nu?
O, dat is mooi... Barbero, dat is mooier dan het edelste scheren ...
Barbero (de scheerriem waarop hij een mes heeft aangezet, driftig tegen den grond smakkend).
Vervloekt, ik zal vandaag mijn duiten van je hebben ...