25
de fatsoenlijkheid van mevrouw Straning, vond het aangenaam, dat zij eindelijk zich een beetje minder op een afstand hield, beschouwde haar, zoowel als haar zoon, als patiënten, die men elk middel tot afleiding moest trachten te bezorgen. Zij waagde opnieuw juffrouw Straning uit te noodigen tot een bezoek aan Pulchri. Ditmaal werd het verzoek aangenomen. Adrien-ne zorgde er voor, dat de oude dame voortdurend tusschen haar en haar zoon in wandelde. Doch toen zij huiswaarts wilden keeren, was mevrouw de Clermont vermoeid van ’t schilderijen zien, voelde zich duizelig, vroeg Leonard een rijtuig te bestellen.
Zij stapten alle drie in. Mevrouw de Clermont en Adrienne op de breede bank, Leonard tegenover zijn moeder op het klapbankje van ’t nauwe, open koetsje.
Doch tijdens het rijden over de hobbelige keien, of bij ’t dwars-passeeren van den tram rails, schokte Leonards knie nu en dan tegen de knie van Adrienne en de jonge man voelde zijn rug trillen en zijn oogen zochten die van Adrienne, die moede en kwijnend, het hoofdje van hem afgewend had en lusteloos in de straat keek.
Na dezen eersten, gezamenlijken uitgang volgden er meer. Er begon een zeer vrienschappelijke verhouding te ontstaan tusschen de bejaarde douarière en de welgemanierde, gedistingueerde jonge vrouw met haar delikate gezondheid. Het zachte, stille, gedweeë, lijdende, het door droefenis vaak, overmande, het kwijncnd-passieve van Adrienne, die zoo zichtbaar vergetelheid zocht, gaf de moeder, die nog voor kort een harden strijd tegen een actief optredende vrouw — belaagster van haar zoon — had uitgestreden, een