Aan ons meiske
Met kleine hiaten en akelige dingen Wil ik nu toch de vreugde bezingen De vreugde van het kindje, dat wij af moesten staan.
In eer en geweten besloten,
De rechten der ouders,
En wij moesten gaan.
Wij hadden zoveel al genoten Van de aanwezigheid van dit kleine wicht.
Doch met haar ging, op dat moment Een deel van ’t zonnelicht.
’t Was niet een afscheid voor het leven Zij kwam terug, om liefde te geven. Zoo zijn we weer blij en tevreden En is deze strijd nu weer gestreden Daarom is blijdschap in onze harten.
Margareta van Hinte
18 mei 1972