5 januari 1943
Lieve Ruth,
Een paar dagen geleden heb ik je briefje ontvangen. Ik was er erg blij mee. Nieuw voor mij was de vrijheidsstel-ling van de 291 gijzelaars. Intussen had ik hier van vrienden al vernomen dat notaris B. Bolt vrij was gelaten.
Weet je ook of er een bijzonder motief achter de vrijlating schuilt? En weet je ook of er andere bekende personen of personen die ik ken bij zijn? Wel weet ik dat ook Boskamp tot de vrijgelatenen behoort. Hij is echter opgenomen in het ziekenhuis in Den Bosch om daar een oogbehandeling te ondergaan. Wil je vooral niet verzuimen, ook al is het achteraf, maar het kon niet eer, de heer B. Bolt mijn gelukwensen aan te bieden. Je weet dat schrijven niet zo eenvoudig is.
Dank ook voor alle bijzonderheden die je me omtrent jezelf mededeelt. In het bijzonder had ik belangstelling f
voor de bijwoning van het ‘Kerstspel’ van M. Nijhoff, die ik nog kort voor mijn verhuizing naar Amstelveen gesproken heb. Graag had ook ik dit ‘Kerstspel’ gezien.
Er valt van hier niet zo bar veel mede te delen. Wij hebben het kerstfeest natuurlijk niet gevierd, omdat joden het kerstfeest niet vieren. Toch hebben velen onzer die niet orthodox denken maar zich in de eerste plaats Nederlanders voelen, in stilte het kerstfeest herdacht omdat wij ons tot diep in ons hart solidair gevoelen met
17