heren, die zich als voorzitter van de tafel opwierp. Redevoeringen over en weer, zoals die in bijeenkomsten van vakorganisaties gehouden plachten te worden. ‘Mijnheer de voorzitter, ik heb een motie!’ Etcetera. Niets uitgevoerd, geen stuk foliën geplukt. Goed gezelschap van anderen, die zich de luiheid tot devies gekozen hebben. Zelfs het aanraken van een mesje voor het opentornen van een condensator gaat lijnrecht in tegen ons beginsel: wees lui; maar wees het goed en consequent; het is voor een goede zaak. In de loop van de middag thee gehaald voor de barak, samen met drie andere foliënplukkers, bij de Centrale Keuken: twee grote gamellen op twee kruiwagens. Twee heren rijden, twee houden de gamellen in bedwang om te voorkomen, dat ze eraf kieperen. Intussen bezoek aan de cantine voor het kopen van schar in blik en het slobberen van een papieren beker surrogaat-bouillon à tien cent. Over een afstand van vijf minuten heen en terug hebben we vijf kwartier gedaan. Lijntrekken, heet dat in goed Nederlands: de tijd moet dood. Bij het terugbrengen van de gamellen wortelen ‘georganiseerd’ in de Centrale Keuken voor bijvoeding: de porties middageten worden erg mager, ’s Avonds een handvol koper in de latrine gedeponeerd: de vrucht van een dag arbeid van vier plukkers.
woensdag 5 januari Gisteravond weer bezoek van Untersturmführer
Van Dam, midden onder het schaaktournooi. Geen bizonderheden.
Schoenen uit de reparatie terug: gezoold met synthetische rubber,
bij gebrek aan leder. Intocht van een groepje scharlaken-indigo s-mannen
onder < geleide > van OD-ers. Zij zomen de zaal aan het einde af:
grauwe, ongeschoren kerels. Magere gezichten. Er wordt gezongen,
zij zingen niet mee, ze zijn moe en lusteloos, krijgen veel te weinig rantsoen
voor een hele dag werk, al is het ook niet zwaar. Vandaag een goed
vriend ontmoet, die al veertien dagen hier is, in een barak, waar we beiden
op bezoek waren. Een merkwaardig geval: een Portugees, A. Ricardo
- vroeger financieel redacteur van de N.R.Crt., later hoofdredacteur
van de Financier en Kapitalist, nog later redacteur van Handelsberichten -
die zich had beroepen op zijn afstamming van Portugese adel
en zijn familiebetrekkingen met een beroemde Engels-Portugese econoom,
bovendien op het lidmaatschap van de Remonstrantse Gemeente,
en deswege een kleine twee jaar geleden van de rijkscommissaris
een beschikking had gekregen, die hem tot Ariër stempelde. Zijn vrouw
was tezamen met hem hierheen gebracht en in de s-barak geplaatst.
Hij verklaarde niet te weten waarom, maar zijzelf verklaart, omdat zij, vol-Jodin, destijds valselijk had opgegeven, dat zij van twee harer vier Joodse grootouders de afstamming niet kende. Zij gaat elke dag met een straf ploeg naar de aardappelkeuken.
244