EEN GEDWONGEN POLITIEK DES VREDES.
Is Rusland oorlogszuchtig?
Is Rusland vredelievend?
Deze twee vragen zijn aldus te simplistisch gesteld. Men
zou ze beide evengoed zoowel in bevestigenden als in ont-
kennenden zin kunnen beantwoorden, — alleen om daarmede de samengesteldheid van Ruslands positie te accen-tueeren.
Beziet men het communistisch ideaal op zichzelf, dan moeten de bolsjewisten — en mèt hen het geheele Russische volk — vervuld zijn van blanke vredelievendheid; houdt men rekening met den haat, die de jeugd op school en in de maatschappij tegen het kapitalisme en West-Europa voortdurend wordt ingeprent, en met de gedachte van de wereldrevolutie, waarbij zij wordt opgevoed, dan moet het in het land gisten van oorlogsgezindheid. Let men op den pooveren economischen toestand, waarin Rusland zich bevindt, dan heeft het dringend behoefte aan den vrede, — vat men in het oog, dat Rusland er naar hunkert, zich uit zijn knellend isolement van het vijandig buitenland te verlossen, dan ligt de drang tot oorlog met het Westen voor de hand. Op affiches vindt men propaganda gemaakt tegen den oorlog, en spreekt men met op den voorgrond tredende Russische communisten, dan stellen zij Rusland voor als een land, dat er slechts hartstochtelijk naar verlangt in vrede met West-Europa te leven; — trekt men door het land, dan merkt men een uiterst-parate oorlogsorganisatie op: een tot de tanden gewapend leger; een volkomen militair gedrilde —* mannelijke en vrouwe