beschikt, moet men zich weten te behelpen, met wat er is. lescht = löscht. Feier = D. Feuer. Schprichw. S.E.V. 8.
171. Drent. In Dy ent nemt de chochme ,n end.
In Drenthe houdt de wijsheid op. Vermoedelijk is hier ״Drent” ge-interpoleerd in een reeds bestaand gezegde. Vgl. een in oostelijk Neder-land gebruikte zegswijze: In Twent nemt de chochme ,n end.
172. Drilhous. Das schteit in sseifer drilhous.
Bet: Dat is uit de duim gezogen. Sseifer H. Seifer = boek. Sseifer Drilhous = gefingeerd boek. De naam, berust misschien op een niet meer opspoorbare anekdote. Tendlau. 961. Wo steht's? - in Sepher Drillholz? De verklaring aldaar van de naam Drillholz is te gezocht. -Weill 705. S'stet in Sèfer Trillholz.
173. Drösches. Das sennen drösches mit lebber, var. mit piepkaneel. Dat zijn kletspraatjes. Drösches H. deraschot. Het enkelvoud drösche H. derascha betekent: godsd. voordracht, predikatie (met wets-verklaring).
De betekenis van het meervoud heeft zich in het Nederl. Jiddisch in malam partem ontwikkeld tot: onzin, kletspraatjes, waarbij men als uitgangspunt ״inhoudloze drosches” moet aannemen. Zie ook: H. Beem, De Verdwenen Mediene, pag. 104. Lebber D. Leber = lever. Piepkaneel = provincie Ned. insluipsel. Wellicht ook n.d.d.
174. Eer. Nemmen is ,n eer, gebben krieg isch mehr.
(Als ik mag) nemen is het een eer, geven (als men mij geeft) krijg ik meer.
175. Eerlisch. Eerlisch hot e kugegannewt. Var: From hot e hu geschtolen. Eerlijk (vroom) heeft een koe gestolen. Bet: De eerlijk schijnende doet een daad, die men niet van hem verwacht. Schijn bedriegt. H. Heine: Lazarus 7. Unvollkommenheit: Es heisst am Rhein; Auch Ehrlich stahl einmal ein Ferkelschwein. Gannewen zie 206.
176. Efscher. Efscher jou, efscher lou.
Misschien wel, misschien niet. Vgl. de modern-Jiddische benaming van
64