Inleiding
Talen die met elkaar in aanraking komen, oefenen wederzijds invloed op elkaar uit, waarbij het overnemen van ״vreemde woorden" wel het meest opvalt.
Op den duur raken deze vreemdelingen veelal zo met de eigen taalschat vergroeid dat ze niet meer als vreemd gelden. Zo is het bijvoorbeeld gegaan met de woorden die door de Germanen van de Romeinen werden overgenomen. Woorden als muur, put, kamer, kelder, paal, poort, post kwamen zo in het Nederlands terecht. Ze zijn sinds eeuwen genaturaliseerd en worden als Oer-nederlands aangevoeld. Later droegen het Italiaans, het Frans, het Duits en nu weer in ruime mate het Engels hun aandeel bij. Ook aan woorden van Joodse resp. van Hebreeuwse en Jiddische herkomst ontbreekt het niet.
Zelfs wanneer een taal schijnbaar geheel door een andere ver-drongen wordt, dan voltrekt zich het verdringingsproces toch nooit geheel volledig en de overwinnaar blijft sporen van de over-wonnene met zich meedragen. Zulk een puur Nederlands schijnend woord als ambacht heeft de weg van het oude Keltisch via het La-tijn en het Germaans naar onze taal gevonden. Een lange, zelfs nog langer terug te volgen weg, hebben ook vele woorden uit de oude bijbeltaal gevolgd, die thans in Nederland als gemeengoed gelden.
Er is een Nederlandse zegswijze luidende: ״Dat is Hebreeuws voor me". De achtergrond van deze zegswijze zal wel te zoeken zijn in de voor niet ingewijden onleesbare, en daardoor geheim-zinnig aandoende Hebreeuwse lettertekens. Nog niet al te lang geleden kon men in elke stad of stadje, in ieder groot dorp in Nederland een synagoge en ook wel andere gebouwen aantreffen, met op de gevel een bijbeltekst in zulke voor de buitenstaander onbegrijpelijke tekens. De drie Hebreeuwse letters voor ״koosjer", aangevende, dat daar levensmiddelen verkocht worden, die vol-gens de Joodse godsdienstige voorschriften geoorloofd zijn - ״ritueel geoorloofd" - heette dat in het eigen Nederlands-Joods idioom - kon men ook buiten de Jodenbuurten van de grote steden hier en daar wel aantreffen. De periode 1940-1945 heeft ook hieraan een einde gemaakt en opschriften met Hebreeuwse letters zijn in Nederland even zeldzaam geworden als ze vroeger talrijk waren. Hier en daar staan ze wat onwennig in de gevels van