i5
bergtop bouwde Abraham een altaar, rangschikte daarop het hout en bond zijn dierbaren zoon, om hem Gode als een brandoffer aan te bieden. Reeds had hij het slachtmes in zijne hand, toen hem de Goddelijke stem in de ooren klonk en hem toeriep: »Abraham, Abraham, strek uw hand niet naar den jongeling uit en doe hem niets.” God verlangt geen menschenoffer. Het was slechts eene beproeving geweest, tot duidelijk bewijs van Abrahams Godsvrucht en tevens eene aansporing voor zijn nageslacht, om in alle levensomstandigheden met dezelfde gehoorzaamheid God te dienen. Hij nam zijn zoon van het altaar en offerde in zijne plaats een ram, die zich juist daar ter plaatse bevond. Nogmaals ontving hij toen de Hemelsche verzekering, dat het kroost uit hem geboren, het menschdom tot zegen zou strekken. Met een onbeschrijfelijk gevoel van genoegen over de gelukkig doorstane beproeving, keerde hij met zijn zoon naar zijne woonplaats te Beer-Séba terug. Kort daama overleed zijne echtgenoote Sara op 127-jarigen leeftijd. De inwoners des lands wilden hem gaarne een stuk land tot begraafplaats afstaan. Maar afkeerig van eenige gift, met hoeveel hartelijkheid ook geschonken, kocht hij van den Chitiet Ephron de spelonk Machpèla met het daarbij be-hoorend veld als eene erfelijke begraafplaats. Daar begroef hij zijne edele gade.
HOOFDSTUK X.
Izaks huwelijk.Opdat de Goddelijke beloften op Izaks kroost zouden kunnen overgaan, moest hij eene vrouw huwen van onbedorven zeden en rein gemoed. Abraham kende eene zoodanige niet onder de dochters van Kenaan, maar hoopte, onder zijne familie te Mesopotamic eene waardige levensgezellin voor zijn zoon te vinden. Hij droeg zijn ouden en trouwen dienaar (Eliczer) daarom op, met dit doel derwaarts te gaan en vertrouwde, dat deze m zijne onderneming zou slagen. Zoo dit niet het geval was, mocht hij volstrekt gjene jonge maagd uit eene andere familie meebrengen. Met tien kameelen, beladen met vele kostbaarheden, ondernam hij met zijne reisgenooten den lnngdurigen tocht. Te Charan in Mesopotamir aangekomen, hield hij in de nabijheid eener bron stil en bad God om het welslagen zijner onderneming. Daar hij met Abrahams familie geheel onbekend was, verliet hij zich op een voorteeken en vertrouwde, dat de jonge