6 LEVENSLOOP.
eerwaardig, zilverwit gentleman met gouden lorgnet, Couperus.. maar dien kent ge natuurlijk.
Dit is alles ontzettend belangwekkend niet waar? En zoo is er nog een boel meer, wat ik u later wel eens schrijven zal. Want zoo doende wijk ik af van mijn eigen persoons- en karakterstudie.
Ik draag colbert en flanel, ben erg ordelijk en bemind, werd geboren in Rotterdam den 3<kn December 1864 en voor bankier bestemd. Mijn eerste verzen schreef ik in het Humoristisch album, mijn eerste smarten bloeden nog. Let wel, vriend N. N., dat je, indien ge zelf ooit wilt voortbrengen, zorgvuldig naar een smart moet zoeken en uw eigen aandoeningen ontleden alsof ze goudpreparaat zijn. Neem van anderen geen notitie. Rafel alleen uw eigen smarten uit.
Ga op elke smart zitten als een kip en broed een sonnet. Smarten zijn de motoren, de ovens, de porderlieden van alle poëzie.
Ik doe ook aan politiek, ben lid van de „Liberale Unie”, dito van „Liefdadigheid naar Vermogen.” Vrijdags wordt mijn werkkamer gedaan met veel water, zeep en soda. ’s Zaterdags verschoon ik mij. Mijn hemden raken wat op. ’s Zondags hebben we soep. Ik heb een meerschuimen pijp en nu een verkoudheid, werk van ’s morgens tot ’s avonds tot vermeerdering mijner aardsche goederen, dweep met correspondeeren. Na mijn dood verschijnen minstens tien bundels Brieven, een nagelaten drama, het slot van een leesgezelschappen-roman en nog minstens honderd in voorraad geschreven Falklandjes. Ik zou gaarne ergens in een dood-loopend steegje een standbeeld bezitten (peinzend gelaat, hand in boezem) en tijdens mijn leven de verwezenlijking van mijn droom opgenomen te