68 OPEN BRIEF AANJHR. DR. E. TEIXE1RA DE MA TTOS.
dan ben ik in staat de lezers van dit gastvrij blad te vervelen met een Reeks feuilletons èn die stadig te titelen: Over Bescherming en verpleging van vier a vijfduizend moeders én’n saai, banaal geroep te doen hooren, *n geroep dat velen met mijn jaar en dag produceerden: Wanneer krijgt ’t edelmoedig Nederland, ’t Nederland dat thans mede aan de opperste spits van Beschaving staat, wannéér krijgt dit heerlijk frisch land een wijs Onderzoek naar het Vaderschap? Wanneer zullen alle moeders in deze edele omgeving beschermd zijn? Wanneer eindigt het theologisch oreeren en begint één zoo simpele Daad ? Moeten die 4 a 5000 kinderen jaarlijks dupe blijven, moeten we genoeglijk tevreden zijn met moedermelk op de opene markt a vijf of zes of zeven centen per honderd gram minstens ? Moeten, mogen we een schaamteloos verwaarloosd belang, een dier „something rotten’s” als een basis betreden voor het grootst contingent minnemelk ? Of moeten we, om in wetenschappelijke lijn consequent te zijn, ter bevordering van zieke-zuigelingen-intressen hoopvol uitzien naar eene stijgende minnen-statistiek en méerdren toevoer van Melk met de gróótste geneeskracht? Of moeten we om blaaskaak Falkland en mogelijk-sentimenteelen mét hem te contenteeren, propaganda maken voor moedermelk in vólle mede-liefde en mede-lijden, onbetaald, niet gesalarieerd, geschonken ? Gij zult, amice, de pathetische uitwassen der laatste tirades, die zóo voor de vuist van een tribune konden verschetterd worden, met een medisch glimlachje slikken. Ge zult wenkbrauwfronsend o. m. (ik zeg ö. m. — schromelijk wisselruiterij plegend met uw mij onbekende gedachten-collectie dienaangaande) repliceeren dat de vraag naar móéder melk met het uur grooter wordt door zekeren chic (die