66 OPEN BRIEF AANJHR, DR. E. TEIXE1RA DEMATTOS.
gekant tegen farine lacté in blik) speurt prijzens-waarde zaken ...
Maar II.
de Duvel, voornoemd, strooit z’n infaamheden in den reinsten akker. De zaaier zaait tarwe — de rossige Smakker onkruid. Bij het bewuste-schoon raakt het onbewust-snoode verzeild dat we allen gou-teeren, gewend als we zijn aan traditioneele beslui-pingen van Onrecht en Recht-dat-kucht. En zoo bewoog de Smakker uw pen, toen ge schreeft: Overigens zal men bij jaarlijks 4—5000 onechte geboorten in Nederland niet licht gebrek aan minnen hebben. Hemel, amice, welk een voor uw góéd doel rillige statistiek! Moeten we verheugd zijn over uw voorraad minnemelk of ’n gloeiende pook grijpen om uw Gezel te veijagen? Rommelen niet de vragen over elkaar, als naar ’n cent grabbelende jongens, wanneer we een wijle als blaaskaken en blazende leeken ’t citaat bepeinzen? Wat is een min, vraag je dadelijk. Een min, hakkel je, vreemd-starend, is 9n ongehuwde moeder, of ’n dood-arme moeder. Maar III dan toch ’n moeder, wat we in goed Hol-landsch moeder noemen. En nu staan we doorgaands — alle christelijke en verheven zielen uitgezonderd! — wel gereed die ongehuwde moeders in een hoek te dringen — vróéger, in de helaas doode Romans, zeide men te verstooten, doch gelukkig praten wij minder excessief en doen we gevoeliger — en de 4 a 5000 onechte kinderen bescheiden het leven te verzuren door ’t stadhuislijk schriftuur, maar we houden met liefdadige (liefde die dadig is) gelaten onze zieke en zwakke zuigelingen bij de hand (’t beeld is onjuist) en accepteeren de Moedermelk. We accepteeren de Melk, royaal