Stom. Artikel 188!
Kunst. Dan is ook ditgodslasterend stuk verboden.
Stom. Enkel verboden, burgemeester? Doet u V niks méér tegen? Vergeet u dat ook ’t ander deel van de bevolking réchten heeft? Wanneer er een zekere Juni-gebeurtenis in het zicht is, dan sta ik voor niets in! Enkel verbieden, foei!
Staal. Ik zou ze bekéüren — ik zou ze voor den rechter sléépen!
De Wet. Bekeuren! Bekeuren! Hij staat met bekeuren op en gaat met bekeuren na bed! Wat win jij met ’n bekeuring? Jij heb gisteravond mijn dienstmeid bekeurt op me éigen stoep bekeurd! — Hèhèhè! — Jij bekeurt as ’n dolle stier!
Staal. Dat móst 'k, wethouder, dat most 'k tot me spijt.
Kunst. Nou, commissaris, je had wel 'n beetje door de vingers kunnen kijken, Wethouder De W e t is geen kwaadwillige ....
Staal. Ik kon niet studeeren, burgemeester, terwijl ze an ’t kleedenkloppen waren. Toe heb ’k eerst — voor de belangen van de gemeente — ik zat bij me kaars — beleefd verzocht niét te kloppen, en toe (de telefoonschel gaat over. Een plechtig zwijgen).
Kunst. Intercommunaal! Intercommunaal! Mijne heeren, Binnenlandsche Zaken____
Stom. ’t Ministerie...
Staal. Zal ik even vragen, burgemeester ? (luistert aan den toestel) Hallo? Ja? (verheugd) Ah! — Burgemeester, 't Ministerie van Binnenlandsche zaken! (Allen staan eerbiedig op; de burgemeester trekt zenuwachtig zijn kantoorjasje uit, schiet snel in de gekleede jas, snelt op den toestel toe, luistert