28 DAGBOEKFRAGMENT.
geschriften te drinken, wensch ik op dit Falklandfeest ten zeerste het schrijven van Falklandjes door u allen aan te bevelen. Ik kan, collega's in de laatste jareft geen krant, weekblad of tijdschrift opnemen, of ik tref er lange betaalde kolommen óver kunst, óver auteurs. Zelden zagen wij zóóveel geweldigen op ’t slagveld, zooveel lijken, zulk een bloederige kluit. Armen, beenen, ribben, wervels, harten, magen, nieren, uit het levende lijf gerukt, dampen naar de paisibele wolken. Dames en heeren, met het glas in de hand smeek ik u, staakt dit moorden. Nu we zoo feestelijk tezaam zijn, mag het gezegd worden: als ge Geldgebrek hebt, behoefte aan Brood, schrijft dan Falklandjes. Het is een niét vermoeiende bezigheid. Wanneer nu, ter plaatse waar ge elkaar met critische meeningen de oogen uitsteekt, de tongen verlamt, het vleesch tot de botjes verplukt, Falklandjes, Falklandjes, verschenen, zou het aspect dezer beminde lettervelden een weinig vreedzamer, minder Egyptisch-lawaaiend, minder pauweveerstaartig ter kimme neigen. Probeert het allen drie maanden metFalkland-j e s in plaats van met levende villing, radbraking, doodslag en ge zult u in zake Brood-kunst zoo aangenaam gevoelen als ik! Uwe gezondheid!*
Er werd levendig gejuicht. Men drong van alle zijden toe, om geluk te wenschen. Alleen uw moeder was een beetje verstoord. Ik had op haar zijdje gemorst. En de concurrentie op mijn speciaal artikel attent gemaakt, zeide ze.
We bleven lang genoeglijk bijeen. Het werd zeer laat. Ik danste met Mina Krüseman. Uwe moeder met een bestuurslid der Leidsche maatschappij. In de pauzes luisterden we naar sonnetten, voor-de-vuist-gedichten ....
Liefste zus, in één zucht heb ’k geschreven. In