Schetsen, deel 13

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen, deel 13

Jaar
1897

Overig
1ed

Pagina's
263



lig

Een vijfde kind is op de komst. Ze staat net te praten met de kruideniersvrouw. Op de stoep babbelen ze, gesticuleeren, de twee gezonde, dikke, logge vrouwen. De vrouw van den laarzenmaker vertelt. De vrouw van den kruidenier grinnikt. Dan sjokt de vrouw van den laarzenmaker naar het pothuis,    waar    de    man

zit te werken. Ze is plomp en    leelijk    en    vuil.    De    twee

oudste joggies, van vijf en zes jaar, loopen verwaarloosd en smerig, met ongewasschen vuile bakkesjes en verhavende kleeren.

„Meneer hier zijnen de laarzen.”

Dat is de loopjongen, lang en mager.

„Goed.”

,,’t Is een gulden voor hakken en halve zolen.” „Heb je van tien gulden terug?”

Malle lach: ,,’k Wou da’k zoo rijk was.”

„Vraag dan an je baas.”

„Me baas is net zoo rijk as    ik.”

„Kom dan van avond even langs.”

„Wil ik niet even gaan wisselen an de overzij?” „Nee jongen . . . ’k moet toch dadelijk zelf de deur uit.” „Best meneer.”

Tegen den avond. Er wordt gebeld.

„Meneer, hier ben ik.”

„Wat is er?”

„U hebt van morgen gezegd. . .”

„O, ja ... wacht even.”

Falkland rommelt in zijn portemonnaie en vindt twee kwartjes.

„Hier jongen, heb je twee kwartjes.”

,/t Is ’n gulden, meneer.”


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.