Schetsen en vertellingen

Auteur
Herman Heijermans

Geschreven onder pseudoniem
Samuel Falkland

Titel
Schetsen en vertellingen

Jaar
1974

Pagina's
249



had. Ze liep recht-uit de Weesperstraat in, rondkijkend, beduusd door zooveel menschen. Zachtjes-an sukkelde ze over de stoep, voor elkeen opzij wijkend, iedereen aankijkend of 't soms Willem zou zijn. Dan stond ze weer stil, vragend: ‘Weet u hier soms Willem de Boer?' Maar niemand wist 't.

Ze wezen haar 'n winkel an, waar eieren, boter en kaas verkocht werd, maar de vrouw in den winkel had nooit van *n Willem de Boer gehoord. Toen ze de Weesperstraat had uitgeloopen, keerde ze terug, moe, nog eens vragend, nog eens vragend tot bij station. Op een stoep van de Sarphatistraat ging ze zitten, tobbend, zoekend en begon stilletjes te huilen.

'Scheelt er wat an vrouwtje?'

‘Ik zoek me zoon, mijnheer/

‘Is die van je weggeloopen?’

‘Nee, nee/

En dan begon ze weer de uitlegging, weer hetzelfde.

Nou hield ze de oogen dicht en bad. Ze bad altijd als ze in moeilijkheden was. Nou bad ze zachtjes, met gevouwen, trillende, ouwe handen: ‘Lieve God in de hemelen... Zeg me nou hoe de straat hiet... die straat van Willem... Lieve God... zeg ’t nou Heel wat menschen stonden in een kring om haar heen. De een vertelde ’t aan den ander... Heb je ook gehoord van 'n Willem de Boer... Willem de Boer...? D r is ’n spekslager... Nee, hij mot in betrekking zijn... Vraag nou maar raak...! Ben je al bij de pelisie geweest? Ga naar de pelisie, moedertje...! Kom, laat mensch niet voor niks loopen... Weet ze veel, de pelisie!’

‘Ga zoolang in de wachtkamer van het station, vrouwtje/

Dat zou ze dan maar doen. Daar waren niet zooveel vreemde menschen, die dr stonden aan te gapen en d’r toch niet helpen konden. Op een der banken ging ze zitten, denkend, tobbend, al maar klapperend met de beenige onderkaak, al maar pluizend met de dunne lippen. Al zou ze uren verzinnen, ze zou dien naam weer weten, dien langen, ellendig-langen, gekken naam.

2!,oo bleef ze, urenlang, versuffend, telkens meer versuffend, met heete oogen en een moe gebukt oud lijf.

Toen de andere plezierreizigers ’s avonds weer kwamen in het station, zat ze nog op de zelfde plek met de mand met krenten

24

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.