12
TIERDE TOONEEL.
De vorigen. De dienstbode.
De dienstbode. Heb u ... .
Erida. Ja, ik. ’k Wou dat je héél, héél voorzichtig Fer in ’t wiegje lei, hier naast.
De dienstbode. Dat is al gedaan, mevrouw.
Frida. Je heb ’m toch góéd ingepakt voor den tocht op de gang.
De dienstbode, ’n Wollen deken èn ’n gestikte deken. Hij lachte....
Frida. Hoor je? De engel! ’k Zou niet meer huilen, Ems. Je ziet (dwwt de voorste linkerdeur open) ik lach al weer. Zeg aan meneer, Jo, dat mevrouw Emma Jonas overgëkomen is (af).
VIJFDE TOONEEL.
De dienstbode. Dr. Stein.
Dr. Stein. Dag Joopie. Waar is meneer?
De dienstbode. Boven, dokter.
Dr. Stein. Nog niet bij de hand ? Over tienen!