io6 STUIPTREKKING.
niet willen ruilen. Niet om alles. Er kan geen ruil van zon en warmte zijn. ..
Na deze slot-knettering, in wezen te onwerkelijk, te bedacht, te gemaniereerd, te-naar-de-lamp-riekend, zweeg de brommer.
De zon, achter een dakspits, nog met guitige klimopstuivinkjes op het behang, liet het gonzende glas in eene luwte van schaduw. De rozen op het bloemrek werden bleeker, het tsjilpen der vogels scheller van roep.
Lief-neuriënd, een blauw strikje in ’t glans-blonde haar, de jonge armen als een geur in ’t gaas der zomersche blouse, ’t bloote halsje door bloedkoralen snoeren ompurperd, de lippen in lach, vroolijkte opnieuw het meisje de kamer in, en schalksch-speelsch de soepele handjes om het gesnor en gewoel van den glazen koepel heen-waaiend, van boven naar benee, van terzij en weer terug, de vliegenfuik stootend en schommelend, duwend en kolkend tot alle suikersnoepers als wriemelende krenten in ’t biertje rondtolden, klapte ze ’r handjes als oolijke castagnetten.
Januari 'o6